Max Gras, de man die gezien kan worden als de grondlegger van TMO, heeft tijdens zijn carrière een groot aandeel gehad in het bedrijf Detex Opleidingen. In het kader van ons 90-jarig jubileum hebben wij hem opgezocht. In deze ‘aan het woord’ vertelt Max Gras over zijn tijd bij TMO/Detex.
Hoe bent u bij Detex Opleidingen begonnen?
‘Toen ik in 1968 bij Detex binnenkwam was het gevestigd op de Herengracht in Amsterdam, in een pand dat het Textielhuis heette. Toentertijd waren er 5 à 6 vaste leraren in dienst, allemaal gespecialiseerd in textiel. De opleidingen die gegeven werden, zijn algemene textielkennis, dameskleding, herenkleding en huishoudtextiel. Detex staat voor ‘detailhandel textiel’. Deze naam is ontstaan in oorlogstijd. Tijdens de bezetting is de nijverheid in Nederland opgedeeld in sectoren. Detailhandel textiel was er daar een van. Detex was de aanbieder van opleidingen binnen deze sector.’
Had u een textielachtergrond?
‘Ja. Voordat ik bij Detex terecht kwam heb ik op een textielkwaliteitsafdeling in Nijverdal gewerkt. Dat begon mij te vervelen dus solliciteerde ik bij dhr. van Kapellen, directeur van Detex. Hij nam mij in dienst als documentalist. Ik maakte maandelijkse nieuwsbrieven voor docenten. Het ging over het in stand houden en uitbreiden van hun kennis.’
En hoe heeft uw carrière bij Detex er verder uitgezien?
‘Op een gegeven moment ben ik textielleraar geworden bij Detex en niet veel later lag het plan er om een economische cursus te schrijven. Rond het jaar 1969 was er namelijk een verschuiving gaande in de vestigingswet waarin de combinatie van vakkennis en het ondernemersdiploma niet optimaal geacht werd. Tot dan toe was het behalen van het Detex ondernemersdiploma verplicht als je voor jezelf wilde beginnen. Er werd iemand aangenomen om de economische cursus te geven, maar deze trok zich terug. Dhr. van Kapellen vroeg of ik dit op mij wilde nemen. In mijn naïviteit dacht ik, ‘ach, waarom ook niet?’. Ik dacht dat het mij wel zou lukken en dat was ook zo!’
‘Kort daarna, halverwege de jaren ’70, verhuisde Detex naar de Jan Luikenstraat in Amsterdam. We groeiden lekker door, want ook de economische tak (twee leerjaren) was erbij gekomen. Dit betekende dat ik wekelijks een rondje Nederland maakte; van Arnhem naar Den Haag, richting Eindhoven en weer terug naar Amsterdam. Dit was het begin van de driejarige Detex opleiding. Van daaruit hebben we het ook aangedurfd om dagopleidingen aan te bieden. Uiteindelijk ontstond er een heel lerarenkorps ‘economie’.’
‘Enfin, de zaak groeide en groeide, tot in extreme mate zelfs. Mede door de populariteit van de branche. Iedereen vond het leuk om een winkel te hebben. Duizenden leerlingen, duizenden examens, ieder jaar weer. Rond deze tijd werd Hans van Domselaar in dienst genomen. Hij heeft de textielboeken (uit de hand van Frans van Kapellen) gemoderniseerd. Er vond niet alleen externe groei plaats, maar ook een interne. In het jaar 1982 ging de toenmalige directeur dhr. Brummelman, de opvolger van dhr. van Kapellen, weg. Een groot deel van de leraren vond dat ik de nieuwe directeur moest worden. Ik ben de uitdaging aangegaan en vanaf dat moment was ik directeur van Detex.’
Van directeur van Detex naar de oprichting van TMO, hoe is dat gegaan?
‘Het ging hartstikke goed met Detex en we fantaseerden om nóg groter te worden. We zochten naar een pand met het idee om eventueel een hbo-opleiding te starten . We kochten een landgoed met een gebouw erop in Doorn voor 1,3 miljoen gulden. Dit was het grootste bedrag waarvoor ik ooit mijn handtekening gezet heb! Het was de eerste stap richting het ontstaan van TMO.’
‘Het gebouw bestond uit meerdere gedeeltes. Het werd omgebouwd tot een gebouw met leslokalen en kantoorruimte. Op de bovenste verdieping zat een schrijversafdeling. Hans van Domselaar kreeg de dagelijkse leiding over de hbo-opleiding. Het idee was om het lesmateriaal te laten ontwikkelen door de docenten zelf, zodanig dat het geënt was op de branche. Natuurlijk zonder algemene kennis over bijvoorbeeld economie uit het oog te verliezen. In samenwerking met de schrijversafdeling is dit in gang gezet.’
Hoe zag de TMO-opleiding er toentertijd uit?
‘In 1986 gingen de eerste 60 studenten van start op TMO. Deze naam had de opleiding al direct gekregen. Er ontstond een driejarige studie op hbo-niveau. Er waren twee instroommomenten; in augustus en februari. We startten met 5 à 6 semesters. We waren op dat moment nog niet erkend door de overheid. Maar toen bleek dat dit noodzaak was, zijn we hiermee aan de slag gegaan. Dit heeft in 2002 tot de eerste accreditatie tot hogeschool geleid.’
‘We zijn altijd meegegaan met dat wat er door de wetgeving van ons gevraagd werd, maar we zijn nooit bekostigd door de overheid. We hebben dit uiteindelijk ook niet geprobeerd, want ik was bang dat de overheid te veel hand kreeg in onze vorm van lesgeven; het onderwijsaspect woog voor mij zwaarder dan het maatschappelijk aspect. Hierdoor was TMO in het begin voornamelijk voor de studenten met ouders met geld. Er was toen ook geen leenstelsel zoals we dat nu kennen. Gelukkig is TMO nu voor iedereen weggelegd. We hebben overigens wel altijd geprobeerd het collegegeld gematigd te houden. Het collegegeld dat TMO momenteel vraagt is nog steeds veel lager dan wat andere particuliere scholen vragen.’
‘De eerste groep studenten was dus gestart op TMO. Er was voor TMO op alle terreinen verdieping aangebracht die door de vestigingswet werd geëist, zodat het zeker geen één op één vertaling was van de driejarige Detex opleiding. We voegden drie talen toe, Engels, Duits en Italiaans. De doelgroep studenten die wij voor ogen hadden waren ‘opvolgers’ uit de branche. Gezien het collegegeld moest er bij ouders sprake zijn van enige welvarendheid. Die vond je toch vaak in de ondernemerskring. Het zelfstandig ondernemerschap is momenteel nog steeds een kernberoepsprofiel op TMO. Tegenwoordig is er een groot aantal beroepsprofielen bijgekomen (inkoop, productie, sales, marketing etc.). Deze kwamen in de eerste jaren van TMO niet aan bod. De focus lag toen echt op de ‘opvolgende ondernemer’. Het ging hoofdzakelijk om het midden- en kleinbedrijf (detailhandel) en de nevenliggende sectoren (textielindustrie).’
Als u terugkijkt op uw tijd bij Detex en TMO, wat voelt u daar dan bij?
‘Het gevoel dat ik had bij Detex en TMO is dat ik er mij echt onderdeel van voelde. Ik hield ervan. Ik hield van de mensen. Ik ben van eenvoudige komaf. Het bereiken van het directeurschap was al heel wat in mijn kringen. Ik ben altijd verbaasd geweest dat ik dit allemaal kon en gedaan heb. Mijn komaf is een belangrijke factor geweest in mijn beleving. Ik stond binnen de organisatie bekend om mijn persoonlijke en menselijke benadering. Ik vind het belangrijk te weten hoe het met mijn mensen ging. En dat vind ik nog steeds. Ik kijk er nog steeds met veel plezier op terug!’
In 1976/77 cursus gehad van Max, leuk om te lezen dit. En uiteraard de groeten aan Max
Max was in mijn tijd een geweldige docent en vooral een geweldig mens met emotie en gevoel.